Hoi Indonesië! Eindelijk zien we elkaar weer!

26 februari 2017 - Sentul, Indonesië

Zo. Na hierSchiphol lang naar te hebben uitgekeken, ben ik eindelijk hier!
Ik vertrok op maandag 20 februari en tja, het reizen duurde wel even.. Ik denk dat ik van deur tot deur ongeveer 24 uur onderweg ben geweest. Maar goed, dan ben je er!
Als je aankomt op het vliegveld van Jakarta komt de warmte en de geur van Indonesië je tegemoet gevlogen, heerlijk. Totdat je moet bewegen, dan moet je toch ineens wennen aan die warmte. Vooral ik, natuurlijk.. Jullie weten hoe ik ben met dat altijd maar brandende, onzichtbare kacheltje dat ik blijkbaar achter me aan blijf slepen. Nog maar een flesje water kopen dan.

Op het vliegveld vroeg ik even waar ik een ATM kon vinden. De man begon goed in het Engels: “here you go to the left and then you go..” (puzzel, puzzel..) “..terus” (rechtdoor). HA, dat woordje had ik al geleerd!
In Jakarta ben ik op de bus gestapt naar Bogor. Ik zat naast een erg enthousiast Indonesisch meisje, dat erg goed Engels sprak en geïnteresseerd was in hoe verschillende dingen in Nederland gaan. Ze vertelde dat ze studeert in Bogor en dat ze 12 uur moet reizen vanaf haar huis naar Bogor. 12 uur! Dus ja, mijn constatering dat ze vast niet zo vaak terug gaat naar haar ouders was juist.
Ze vertelde dat ze een aantal studenten van haar opleiding (haar opleiding had te maken met het bestuderen van andere culturen) een tijdje in Wageningen zijn geweest en dat zij dat ook erg graag zou willen. “Ik kom je dan wel opzoeken”, zei ze. Leuke meid!
De tuin in Sentul
Zo, aangekomen in Bogor! Ik had afgesproken met de ouders van Erik, Ismi en Maurice, dat zij me daar zouden oppikken. De eerste paar daagjes bleef ik lekker bij hen in Sentul.
Als je daar de bus uit stapt springen er natuurlijk weer direct minstens zes enthousiaste taxi-mannetjes om je heen, die je maar al te graag willen meenemen. Nadat ik hen (opnieuw) had verteld dat ik toch écht geen taxi nodig had en dat ik zou worden opgehaald, hebben ze het alsnog vier keer gevraagd. Tja, je weet maar nooit.. Misschien zou ik toch nog van mening veranderen na zes keer nee te hebben gezegd.
Ismi en MaMartabak!urice hebben me opgepikt in Bogor. Natuurlijk had ik honger na mijn reis (al-tijd honger..), dus zijn we in Sentul gestopt bij een toko langs de weg om Martabak te halen. Als ik zou moeten uitleggen wat Martabak is, zou ik zeggen dat het een soort van gevulde pannekoek is. Je kan een zoete nemen met chocolade erop, maar je kan ook kiezen voor een hartige. Nomnomnom!

Wat ben ik dol op lekker ontbijten met vers fruit! Ik heb even vol verbazing staan kijken hoe Maurice een papaya aansneed die zo groot was als mijn bovenbeen. Tja, we kregen hem niet in één keer op, maar hij was heerlijk!
’s Middags ben ik gaan wandelen met Maurice. Zo krijg je iets mee van het echte Indonesië. Lekker wandelen door smalle ‘per ongeluk’ ontstane paadjes. Door de natuur (gevolg: allemaal krasjes op je benen en armen van de bladeren en het hoge gras), mooi uitzicht en langs de huisjes van lokale gezinnen waar de kippen (ayam ayam) lekker tussen de schone was door sjokken.
WandelingTussen de vele cassave planten waar we kriskras doorheen zijn gegaan en de stroompjes waar we doorheen zijn gelopen of die we zijn overgestoken via een bruggetje gemaakt van bamboe, kwamen we een voetbalveldje tegen. Gewoon een vlak stukje grond met van dat oranje zand, met aan beide Makan enak Ibukanten een goal dat gemaakt is van 3 bamboe stokken. Leuk om te zien!
Na een wandeling van toch bijna anderhalf uur, met veel klimmen en dalen, verdienden we zeker iets lekkers, makan enak Ibu (het lekkere eten van mama)!
Met Ismi en Maurice ben ik ook naar tante Titik en haar kinderen gereden. Altijd leuk hoe de kinderen ons dan begroeten. Ze pakken je hand en brengen deze naar hun voorhoofd. Als je weer weggaat, brengen ze je hand naar hun wang. Het was leuk om Eriks tante en neefjes weer te zien na een aantal jaar.

Donderdag was het tijd om weer naar het vliegveld van Jakarta te gaan en de vlucht naar Semarang te pakken. Ismi en Maurice brachten me weer naar Bogor, zodat ik daar op de bus kon stappen naar Jakarta. Onderweg zie je dan natuurlijk weer van alles dat niet past bij hoe we dat in Nederland gewend zijn.
We reden langs een rotonde en je kon van veraf al zien dat er een modern ding opstond dat ‘LOVE’ spelde. De L en O boven en de V en E eronder, jullie kennen het vast. Mooi schoon, nieuw en modern. Pas als je dichterbij komt zie je dat om dit schone, nieuwe en moderne ding allemaal troep en afval ligt.. Eh, tja.. Ik vond dit gewoon even een grappig gezicht en wilde dit met jullie delen! (:
Voor het betalen van tol stonden we kort in een file en achter ons ging ineens een sirene aan. Ik keek om en het was een ambulance. Ik dacht nog: “lekker is dat! Sta je met je ambulance die spoed heeft in een file om tol te kunnen betalen”. Maar vijf minuten later stond hij er nog, op dezelfde plaats in de rij. Geen enkele auto deed moeite om hem er langs te laten, maar ik moet zeggen dat de ambulance zelf ook geen enkele moeite heeft gedaan om er langs te kunnen komen. Zo ernstig zal het dus wel niet geweest zijn..
Als ik het nu dan toch over het verkeer heb.. ‘Geef het door, rechts gaat voor!’ Ja, daar hebben ze hier dus nog nooit van gehoord. Ten eerste wordt in Indonesië links gereden (en ja, ik ben per ongeluk al eens bijna achter het stuur gaan zitten, i.p.v. op de bijrijdersstoel) en ten tweede zijn er op een kruispunt waar geen stoplichten zijn absoluut geen regels. Wie het eerst komt, wie het eerst maalt. Makkelijk zat. Daar heeft ook niet iedereen een rijbewijs voor nodig, toch? Overbodig, joh.
Door het gebrek aan regels, zie je op de wat drukkere kruispunten regelmatig een mannetje met een fluitje staan, die het allemaal wel even regelt. Top.
Oh, als je dan toch stilstaat voor een kruispunt.. Kun je net zo goed even een pakje kauwgom kopen van die lieve jongeman die hiermee tussen alle auto’s doorloopt, of geld geven aan het jongetje dat graag zijn plastic fles met zeepsop over je auto leeg wil gieten om zo een zakcentje te verdienen. Wanneer de auto’s weer gaan rijden, schieten ze snel weer naar de kant.
Niet overal is natuurlijk zo’n mannetje met een fluitje nodig. Als de weg alleen een bocht naar links maakt, zou je dat op zich prima zelf moeten kunnen. Toch kwamen we een mannetje met een fluitje tegen in een simpele bocht. Hij liet ons weten dat we mochten doorrijden en toen we langs reden salueerde hij ons zelfs! Bedankt meneer, dat u deze belangrijke (lees: overbodige) taak op u heeft genomen, het maakte mijn dag nog net iets beter dan hij al was.

Foto’s